Bengaal

De bengaal is een relatief nieuw kattenras. Het is zo gefokt dat het het uiterlijk heeft van een wilde kat gecombineerd met het gedrag van een huiskat.

Dit ras is ontstaan de jaren 50 in de Verenigde Staten. Deze kat komt voort uit het kruisen van de wilde Bengaalse tijgerkat met huiskatten en andere raskatten. Het resultaat waren katten met een prachtig vlekkenpatroon. In 1983 werd het ras geregistreerd bij TICA (The International Cat Assocition). In 1999 werd dit ras ook door de FIFe erkend. In de Verenigde Staten wordt er nog steeds gefokt met de bengaalse tijgerkat om dit ras te vermeerderen en nieuwe genen in te brengen. Het houden van deze wilde kat is in Nederland verboden waardoor dit hier neit mogelijk is. De kruising van een huiskat met een bengaalse tijgerkat wordt de F1-generatie genoemd. Katers van deze generatie zijn altijd onvruchtbaar. Daarom heeft een F2-generatie altijd een huiskat als vader. Bij de F2-generatie is een kater vrijwel altijd onvruchtbaar, wat vaak ook bij de F3-generatie nog het geval is.

Uiterlijk

De bengaal heeft een geel/oranje kleur met daarbij zwarte of bruine vlekken en strepen. De vacht is dik, glad en voelt enorm zacht aan. De kop is klein in verhouding met de rest van het lichaam. De ogen zijn groot en amandelvormig. Rond de ogen zit een zwarte kring. Hun oren zijn klein en staan naar voren gericht.
De staart is van gemiddelde lengte met aan het einde zwarte ringen.
De Bengaal heeft een vrij lang en gespierd lichaam. De achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten en alle poten hebben zwarte voetzolen.
Er zijn twee vachtpatronen: de gemarmerde en de gevlekte tabby varieteit. Beide vachtpatronen hebben ook weer twee hoofdkleuren, zwart en lichter van tint wanneer het dier parti�le albinofactoren toont. Bij de gevlekte bengaal kan er sprake zijn van rozetvorming in het vachtpatroon. Rozetten zijn vlekken waarvan een gedeelte van die vlek een warmere kleur heeft. Er zijn doughnutrozetten en schaduwrozetten. Bij schaduwrozetten zit de warmere kleur aan de zijkant van de vlek. Bij de doughnutrozetten bevindt het warmer gekleurde gedeelte zich in het midden van de vlek. De gemarmerde bengaal heeft een vachtpatroon bestaande uit brede, horizontale strepen. Sommige Bengalen hebben witte vlekken (medaillons) of verticale strepen. Deze vlekken en strepen worden als een kleurfout gezien. Een sneeuwbengaal is in drie soorten te verdelen: seal mink, seal sepia en de seal linx. De seal mink heeft een van de twee vachtpatronen op een witte ondergrond. De ogen zijn blauw of groen. Deze kat heeft ��n gen voor burmees en een voor siamees. De seal sepia heeft een van de twee vachtpatronen op een witte ondergrond. De ogen zijn goudkleurig. Deze kat heeft twee genen voor burmees. De seal linx heeft een van de twee vachtpatronen op een witte ondergrond. De ogen zijn blauw. Deze kat heeft twee genen voor siamees. Dan bestaan er nog twee andere soorten bengalen die niet erkend zijn in Nederland: de zilveren bengaal en de blauwe bengaal. De blauwe bengaal is een ongewenste kleur die nochtans wel veel voorkomt.

Karakter

De bengaal is een actieve kat. Hij leeft bij voorkeur op zichzelf maar vraagt wel aandacht aan mensen die deze vertrouwt. Ook kunnen ze zichzelf goed bezighouden. De meeste bengalen zijn geen schootkatten. Kopjes geven en spelen is genoeg voor ze. De Bengaal zit graag op hoge plekken omdat ze een sterk ontwikkeld territoriuminstinct hebben en het overzicht willen bewaren.

Verzorging

De bengaal heeft niet veel verzorging nodig, alleen veel aandacht en voldoende voedsel. Vachtverzorging is ook bijna niet nodig. Soms wordt dit ook wel afgeraden omdat de dieren zich zelf van nature al goed schoonmaken.