De Maine Coon is een van de grootste kattenrassen. Ze worden gekenmerkt door een imposant en groot voorkomen en een rustig en stabiel karakter.
Geschiedenis
De Maine Coon komt als fenotype van de huiskat al eeuwen voor in New England,met name in Maine en de omliggende staten in het Noord Oosten van de Verenigde Staten.
Er zijn veel verhalen over de oorsprong van dit ras. Een populair broodjeaapverhaal is het verhaal dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een lynx en een wasbeer.
Een ander, veel romantischer verhaal gaat over kapitein Samuel Clough uit Maine, de Franse Koningin Marie-Antoinette en haar katten. Er zijn documenten bewaard gebleven dat de kapitein tijdens de Franse Revolutie meegewerkt zou hebben aan een plan om de koningin naar de Verenigde Staten te helpen ontsnappen. Wat blijkbaar mislukt is, maar er kwamen zes koninklijke langharige katten met het schip mee naar Maine en die door sommigen worden gezien als de voorouders van de Maine Coon.
In werkelijkheid stamt de Maine Coon af van een aantal langharige huiskatten en katten die het gen voor langhaar droegen en die al vroeg door kolonisten uit Europa naar Amerika werden meegenomen. Het klimaat met vaak koude winters geeft het langharige fenotype daar een voordeel zodat er relatief veel langharige dieren in de huiskattenpopulatie voorkomen.
Uiterlijk
De Maine Coon is een grote kat met een halflangharige vacht. De kat heeft een stevig skelet en een lange volle staart. Op latere leeftijd kan het ras vooral in de winter een imposante kraag rondom de kop en een langere beharing op de achterkant van de achterpoten ontwikkelen. Veel dieren bezitten ook de recessieve eigenschap voor oorpluimpjes, iets dat door vele liefhebbers gewaardeerd wordt. Maine Coons zijn seksueel actief vanaf een maand of zes maar ze zijn pas volledig lichamelijk uitgegroeid na ongeveer vier jaar. De kat weegt dan gemiddeld tussen de 5 en 9 kilo voor katers, poezen wegen ongeveer 4 tot 6 kilo.
Karakter
De Maine Coon is een rustige maar energieke kat met een goed sociaal besef naar andere huisdieren en mensen toe. Het humeur is over het algemeen vrij evenwichtig en stabiel. De kat is speels en tolerant. Het zijn aanhankelijke katten die niet goed als enige kat in een huishouden gehouden kunnen worden. De kat beschouwt zich als onderdeel van het gezin en is altijd van een kleine afstand betrokken bij wat er gebeurt in huis. Het zijn geen echte schootkatten en de meeste liggen liever naast of in de buurt van de eigenaar. Het stemgeluid is gematigd en ze zijn niet bijzonder vocaal.
Gezondheid
Door zijn formaat is het ras mogelijk gevoeliger dan andere rassen voor patellaluxatie en heupdysplasie. Verantwoorde fokkers laten dan ook hun fokdieren via onderzoek nakijken of respectievelijk de knieschijf een goede groef heeft en goed aangehecht is en de heupkom goed gevormd. Ook komt bij het ras een autosomaal dominante vorm van hartfalen voor, hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Voor een tweede erfelijke afwijking, cystenieren (PKD) laat men een echografisch onderzoek verrichten. Fokkers laten dus hun dieren zowel op PKD en HCM testen bij een erkende veterinaire radioloog (Nederland) of veterinaire cardioloog (Belgiƫ).