De Singapura is van oorsprong Singaporees kattenras.
Geschiedenis
Aan het begin van de jaren ’70 van de vorige eeuw kwam een Amerikaanse fokker een kolonie vreemd uitziende katten tegen in Singapore. Hoe ze daar op straat terechtkwamen is nooit duidelijk geworden. Wel is zeker dat de Singapura al lang bestaat. Vanwege zijn wilde natuur werd hij ook wel ‘rioolkat’ of ‘rivierkat’ genoemd. In Singapore werd de kat zelfs afgemaakt door de lokale overheid vanwege de overlast die ze veroorzaakten.
Tegenwoordig heeft de Maleisische regering de Singapura gebombardeerd tot nationale kat en de naam omgedoopt tot Kucinta: een woordspeling op kucing (‘kat’) en (a)ku cinta (‘ik houd van’). De singapura won al snel de harten van de Europese kattenliefhebbers en is op weg om een echt kampioenenras te worden.
Uiterlijk
De singapura is een kleine kat, maar stevig en gespierd. Zijn ronde kop heeft grote oren. De oren zijn breed aan de onderkant en spits bij de punt. De kat heeft enorm grote ogen. De nek is dik en kort, de snuit breed en de neus stomp. De neus en ogen zijn zwart omlijnd. De karakteristieke vacht van de singapura lijkt op een ticked tabby en heeft alleen wat tekening op de rug en poten. De gebruikelijke kleur is bruinzwart agouti. De vacht heeft bruinzwarte spikkels op een ivoorkleurige basis.
Raskenmerken
De Singapure heeft een fijne, korte, dicht tegen het lichaam liggende vacht. De kleur is ivoorkleurig met bruinzwarte spikkels. De ogen zijn groot en rond of amandelvormig. Ze zijn glanzend en groen of goud van kleur. De vacht is eenvoudig te verzorgen en regelmatig borstelen is voldoende. De kat heeft een lief en aanhankelijk karakter en is erg speels.